drs. Kevin de Goede, bestuurder en algemeen directeur Behavior Change Group

“Wilskracht is niet trainbaar, ongeacht wat zelfhulpboeken je proberen te laten geloven”
Dit jaar heb ik dieper inzicht gekregen in hoe ons brein nieuw gedrag leert en bestaand gedrag volhoudt. Uiteindelijk is dit de essentie van gedragsverandering en dus cruciaal om goed te begrijpen. In deze podcast deelt Harm Veling, hoogleraar en leerstoelhouder Consumption and Healthy Lifestyles aan de Universiteit Wageningen, waardevolle verdieping voor gedragsspecialisten.
Zo bespreekt hij in de podcast dat je wilskracht hebt, of je hebt het niet. Je kunt het niet trainen zoals we andere dingen trainen. Het is niet zoals met een bepaalde sport. Als je beter wilt worden in boulderen, dan ga je vaker naar de boulderhal en dan word je stap voor stap beter. Maar als je bijvoorbeeld vaker gebakjes afslaat, word je helaas niet beter in het afslaan van gebak. Daar is geen wetenschappelijk bewijs voor. Je kunt wél beïnvloeden wat je vindt van gebakjes. De perceptie van gebakjes is trainbaar.
Als je dus wil dat mensen gezonder gaan eten, dan moet je ervoor zorgen dat ze dat gezonde eten echt willen en er naar verlangen. Niet door ze te overtuigen, maar door op een veel fundamenteler niveau in te grijpen. Dat doe je door gezond eten zelf aantrekkelijker, leuker en belonender te maken.
In de praktijk zie ik dit nog vaak misgaan. Iedereen weet inmiddels wel dat we met kennis en bewustwording geen gedrag veranderen, maar toch proberen we mensen te overtuigen om iets te ‘willen’.
Kijk naar alle pogingen die we doen zodat mensen hun flessen met statiegeld inleveren. We nemen weerstanden weg, werken met Nederlandse artiesten en maken het hipper met ‘statiemoney’. Maar het belangrijkste middel waarop je kan ingrijpen is: hoe is het proces van statiegeld scheiden? Is dat leuk? Nee, totaal niet. Het apparaat doet het niet, je moet in de rij staan en dat is allemaal ellendig. Het is dus niet belonend, maar straffend. We denken onvoldoende na over hoe de handeling zelf belonend kan zijn als we het systeem ontwerpen.
Op basis van de podcast is mijn advies voor komend jaar om als gedragsspecialist nog meer op fundamenteel, affectief niveau naar gedrag te kijken. Hoe maak je je doelgedrag echt belonend voor je doelgroep?
drs. Lobke de Bruin, junior gedragsonderzoeker

“Reboundeffecten kunnen veel duurzame gedragsinterventies teniet doen”
Wist je dat biologisch afbreekbare verpakkingen voor meer vervuilgedrag kunnen zorgen, omdat mensen denken ‘dat het toch al duurzaam is’? Tijdens de Dag van Gedrag was ik bij een heel interessante sessie van een onderzoeksgroep van de Technische Universiteit Denemarken over rebound effecten binnen de thema’s duurzaamheid en circulariteit. Een rebound effect is een onverwacht negatief effect van je gedragsinterventie op het hogere doel dat je wilt behalen.
Een voorbeeld: er worden gedragsinterventies ontwikkeld om deelauto’s te stimuleren en zo de totale CO2-uitstoot te beperken. De gedachte daarachter is dat er minder auto’s nodig zijn als mensen een auto gaan delen en dat je dus minder uitstoot krijgt. Maar uit onderzoek blijkt dat mensen zich minder verantwoordelijk voelen voor deze auto’s, onder andere omdat het niet hun eigen bezit is. Ze gaan er slechter mee om: de auto wordt viezer, gaat eerder stuk en moet sneller vervangen worden. Onderaan de streep is het niet voordeliger voor het milieu. Het doel van de gedragsinterventie was dat het tot meer circulariteit zou leiden, maar door het rebound effect vermindert het juist circulariteit.
Reboundeffecten hebben veel impact op ons werk. Een interventie die op basis van je gedragsexpertise en intuïtie effectief lijkt, hoeft dat niet te zijn. Het is daarom belangrijk om actief op zoek te gaan naar mogelijke neveneffecten van een nieuwe gedragsinterventie. Kun je voorkomen dat deze ontstaan, en dit aan de voorkant van een gedragstraject al ondervangen?
Een inventarisatie van alle reboundeffecten vind je op deze website. Als je als gedragsspecialist werkt binnen de thema’s duurzaamheid en circulariteit, dan is het verstandig om je goed in te lezen.
dr. Mattheis van Leeuwen, hoofddocent en wetenschappelijk adviseur

“Over leiderschap gaan meer mythes en fabels de ronde dan wetenschappelijke feiten”
Dit jaar heb ik me verdiept in leiderschap: wat werkt en waarom? Organisaties investeren grof geld in leiderschapsontwikkeling, maar de fundamenten zijn vaak drijfzand. Neem bijvoorbeeld Situationeel Leiderschap, nog altijd een verkoopsucces. Het idee dat je je stijl moet aanpassen is intuïtief juist, maar het specifieke model erachter rammelt wetenschappelijk gezien aan alle kanten. Leiderschap is complexer dan simpelweg schakelen tussen vier stijltjes op basis van een matrix.
Ook Authentiek Leiderschap is een populair concept dat in de wetenschap sneuvelt. Het klinkt mooi: ‘volledig jezelf zijn’. Maar wetenschappelijk bewijs dat dit werkt is flinterdun. Sterker nog: als jouw ‘authentieke zelf’ een eikel is, wordt je team daar niet beter van. Leiderschap draait niet om jou, maar om wat je doet voor de groep.
Veel mensen denken: ‘ik ben nu eenmaal zo’. Dat noemen wij de ‘eigenschaps-smoes’. Natuurlijk heb je een natuurlijke voorkeursstijl, denk aan je persoonlijkheidsprofiel op basis van de HEXACO of Big Five. Maar de wetenschap laat zien dat effectief leiderschap vooral gedrag is. En gedrag kun je leren. Het gaat uiteindelijk om een bewezen balans: de combinatie van taakgerichtheid (structuur bieden) en mensgerichtheid (relatie bouwen).
Een hardnekkige mythe is die van de charismatische leider. Vroeger dachten we in termen van de ‘Great Man Theory’: je hebt het, of je hebt het niet. Die theorie is achterhaald. Sterker nog: charisma is gevaarlijk. Onderzoek toont aan dat we charismatische leiders zó graag willen pleasen, dat we sneller onethisch gedrag vertonen om hen (en de organisatie) er goed uit te laten zien. Het dieselschandaal van Volkswagen is hier een tragisch voorbeeld van.
Effectief leiderschap gaat over de LVC-driehoek: de interactie tussen Leider, Volger en Context. Het is een verschuiving van de ‘Grote Ik’ naar het collectieve ‘Wij’.
In onze tweedaagse cursus De Psychologie van Leiderschap fileren we deze mythes en vervangen we ze door wat wél werkt: psychologische veiligheid, Identity Leadership en een evidence-based aanpak. Momenteel ontwikkelen we ook een scan om organisaties te helpen de juiste match tussen leider, volger en context te maken. We leren je geen trucjes, maar het ambacht van gedragsverandering.